Ontmoetingsmorgen voor predikanten en kerkelijk werkers Loppersum, vrijdag 04-09-2020, 09:30-12:30 uur, GVA & PKA ‘Samenlevingspastoraat in Groninger context’

Inleiding

LPH: introductie van Jacobine. Gepromoveerd op de betekenis van kerken voor de leefbaarheid van het platteland. Daarmee maakte zij een begin van ‘samenlevingspastoraat’ – ondanks dat dat toen nog niet zo werd genoemd. Zij is projectleider van de Dorpskerkenbeweging van de Protestantse Kerk Nederland. Voorheen een kartrekker van het Platform Kerk&Aardbeving en ook bij het GGB niet onbekend! De term ‘samenlevingspastoraat’ is van haar ontleend. Zou je in het kort kunnen weergeven waar ‘samenlevingspastoraat’ vandaag komt?

JG: Het is niet een term die ik zelf bedacht heb, maar het werd me door Theo Hettema min of meer in de schoot geworpen toen ik voor de zomer gevraagd werd een webinar te geven in een serie over pastoraat in coronatijd. Het eerste webinar ging over ‘gewoon’ pastoraat in gemeenten nu het lastiger is om mensen te bezoeken, het tweede over crisispastoraat, als mensen in ernstig psychische problemen komen. En het laatste webinar ging over pastorale zorg in en voor de bredere samenleving, buiten de kerkmuren, waarvan door iemand van Theologische Universiteit Kampen werd gezegd: laten we het ‘samenlevingspastoraat’ noemen. Om ruimte te bieden aan de emoties die leven bij mensen in deze tijd, zoals rouw, verdriet, maar ook woede en angst. Om er als kerk te zijn voor mensen als luisterend oor in een onzekere tijd die veel vragen oproept zowel praktisch over het dagelijks leven als dieperliggende vragen – zingevingsvragen. ‘Samenlevingspastoraat’ is ook heel behulpzaam om voorbij te komen aan het idee dat soms lijkt te leven dat pastoraat zorg is voor mensen binnen de kerk en diaconaat omzien naar mensen buiten de kerk. Dat is een misvatting. Ik denk dat samenlevingspastoraat om de hoek komt kijken waar leefbaarheidsvragen levensvragen oproepen – bij wie ook. Bijvoorbeeld als je bedrijf met sluiting bedreigd wordt vanwege verminderde inkomsten door corona. Of als je niet goed afscheid kan nemen van je dierbaren. Hoe hou je je dan staande?
2
LPH: in de Groninger samenleving spelen diverse onderwerpen die direct met leefbaarheid te maken hebben. Natuurlijk legt Corona een druk op de Groninger samenleving in het algemeen. Evenals de krimp. De Groninger boeren hebben het zeker niet gemakkelijk om diverse redenen. Er zijn helaas nog enkele onderwerpen te noemen, zoals de windmolens. Maar vooral de voortdurende gevolgen van de gaswinning blijft de Groninger samenleving bezighouden.

Jacobine, jij bent jaren actief geweest voor het Platform Kerk & Aardbeving. Mede dankzij jouw inzet heeft het Platform Kerk & Aardbeving haar netwerk kunnen vergroten en zijn er Geestelijk Verzorgers aangesteld. In je boek Sporen van God in het Dorp stel je op blz. 61 de vraag: ‘wat heeft de kerk met aardbevingen te maken?’. Je legt een direct verband tussen sociaaleconomische processen die het leven van mensen negatief bepalen en de betekenisvolle rol van de kerk. Kan je in het kort samenvatten wat die rol van de kerk volgens jou kan zijn, in dit vraagstuk?

JG: Centraal staat presentie – als geloofsgemeenschap er zijn voor mensen. De kerk kan luisteren en mensen een stem geven. Fokke Fennema, doopsgezind predikant, vertelde een keer in het platform dat tijdens een pastoraal bezoek het gesprek op de bevingen en het schadeherstel was gekomen en dat het gemeentelid toen zei: “u bent de eerste die luistert”. Al in 2013 merkten sommige pastores in hun pastorale gesprekken de sociale en emotionele gevolgen van het schadeproces – op zo’n moment heeft de kerk een signalerende functie. Verder: de pijn en de dilemma’s benoemen, daarmee mensen erkenning geven. Wat daarin ook belangrijk is, is om mensen van verschillende achtergronden aan het woord laten / een podium te bieden – ruimte te creëren voor stem en tegenstem zonder te veroordelen. Tegelijkertijd heeft de kerk ook een profetische taak, mogen kerken ook wel vragen stellen en een stem geven aan wie niet meer kan spreken – dan heb je het over pleitbezorging.

LPH: Afgelopen april en mei heb ik diverse collega-predikanten benaderd. Voornamelijk collega’s van Protestantse Gemeenten en Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. De primaire vraag was of de Groninger collega’s in hun gemeentelijke (pastorale) praktijk ook te maken hebben gekregen met de gevolgen van de gaswinning. De reacties verschilden nogal. De één gaf aan dat de gevolgen van de gaswinning geen rol speelden. Een ander gaf aan dat het met grote regelmaat in de pastorale praktijk aan de orde was.

Gaandeweg de gesprekken ging het steeds meer over het ‘verlangen’ om als kerk van betekenis te zijn voor de (Groninger) samenleving. Kerken staan soms letterlijk in de kern van een dorp of wijk. Toch lijkt het alsof de samenleving om de kerk heen cirkelt en kerken geen aansluiting vinden met die samenleving.
3
Alsof het twee verschillende werelden zijn. Terwijl mensen van de kerk, ook mensen van de samenleving zijn. Mensen die de samenleving mede vorm geven.

Samenvattend kan m.i. worden gezegd: Groninger kerk(en) staan in de Groninger samenleving; zijn onderdeel van de Groninger samenleving; en hebben een boodschap voor de Groninger samenleving. Maar, om eerlijk te zijn, “kerken weten soms niet goed hoe en met welke boodschap zij zich kunnen mengen in het maatschappelijk debat.” Dit herken ik ook bij mijzelf. “En bij overheid en maatschappelijke organisaties zijn kerken niet direct in beeld als gespreks- of samenwerkingspartner, soms is er zelfs ronduit wantrouwen en argwaan.” Dit heb je ook in je webinar van juni jl. herkenbaar verwerkt, Jacobine …

JG: Dat roept de vraag op hoe kan de kloof van kerk en samenleving overbrugd worden? Hoe kom je als kerken en samenleving met elkaar in gesprek?

Dat is een van de centrale vragen die ons drijft als Dorpskerkenbeweging. Als dorpskerkenteam zijn we voortdurend met lokale kerken in gesprek over de vraag hoe je als (dorps)kerk aanwezig, betrokken, merkbaar aanwezig, present kan zijn in de lokale samenleving. Dat vraagt om een perspectiefwisseling, niet zozeer focussen op hoe hou je het kerkelijk leven gaande, maar het vertrekpunt nemen bij de omgeving: wat is er gaande in het dorp, in de wijk. En we zien dat dat op verschillende manieren kan.

  • als je als geloofsgemeenschap geraakt wordt door een specifiek maatschappelijk thema / leefbaarheidsvraag zoals aardbevingen, krimp of armoede – omdat je ziet wat dat met mensen doet – kan je het gesprek daarover op gang brengen op verschillende plekken. Denk aan een overleg tussen voorgangers en B&W, of in een interkerkelijk overleg van verschillende geloofsgemeenschappen in een dorp of burgerlijke gemeente. En ga te rade bij mensen in de kerkelijke gemeente die vanwege hun werk of interesse veel weten van het onderwerp.
  • als je contact zoekt met een specifiek organisatie of vereniging, zoals de school, een buurtvereniging – ga eens na of er binnen de kerkelijke gemeente mensen zijn die daar al werken of betrokken zijn. Dan is het makkelijker om in gesprek te komen.
  • Zoek tweerichtingsverkeer: als je als kerk bezig bent met een beleidsplan, nodig dorpsbewoners uit, mensen van de dorpsvereniging om hen te vragen naar wat er nodig is in het dorp en wat ze van de kerk wel/niet verwachten. Andersom gebeurt het ook dat de kerk gevraagd wordt om mee te denken in een dorpsvisie of leefbaarheidsplan. Dorpsvereniging en kerk streven toch allebei naar een dorp waar het goed leven is? Niet alleen fysiek, maar ook sociaal en geestelijk.
    4
  • Bij dat alles geldt dat bestaande persoonlijke contacten het meest laagdrempelig zijn – persoonlijke contacten zijn een goed beginpunt om het gesprek te beginnen, omdat je al een gedeeld verhaal hebt, een gedeelde interesse of belang. De kunst is om in het contact met andere kerken, organisaties in het dorp een gedeeld verlangen of een gedeelde zorg te vinden, die het eigenbelang overstijgt. Dat heb je een common ground, een gedeelde grond om op te staan. – Misschien zit de grootste kloof die overbrugd moet worden wel in ons hoofd – om de samenhang te zien tussen geloofsleven en dagelijks leven, tussen kerkelijke betrokkenheid en maatschappelijke betrokkenheid. We kunnen onszelf oefenen in het leggen van verbanden tussen kerk/geloof en zorg, cultuur, duurzaamheid, aardbevingen, landbouw, krimp. In gebed, in liturgie, in een artikel in kerkblad of dorpskrant, in overwegingen, in gesprekken in de kerk of bij de supermarkt = > supermarktpastoraat.

Op die manier laat je als kerk zien dat je betrokken bent bij de samenleving, ben je zichtbaar en aanwezig – en daarmee aanspreekbaar. Een goed beginpunt voor samenlevingspastoraat.

LPH: ‘Samenlevingspastoraat’ begint met het besef dat je als kerk in de samenleving staat. Je bent aanwezig, present. Mensen, die de kerkelijke gemeenschap vormen, maken deel uit van de samenleving en zijn medevormend aan de samenleving. Hier ontstaat de verbondenheid met de samenleving. Samenlevingspastoraat is een middel of een denkmodel voor kerken, om van betekenis te zijn voor de samenleving waar zij zelf onderdeel van is.

Zoals door Jacobine verwoord: de kerk is als geloofsgemeenschap present in de samenleving. Luisterend naar mensen en mensen een stem geven. Signalerend, pleitbezorgend en mensen erkenning bieden. Vanuit deze gedachten is in 2017 ook het idee ontstaan om tot Geestelijke Verzorging over te gaan in het Groninger gaswinningsgebied. Tegelijkertijd ontstond de vraag naar de verhouding tussen Geestelijke Verzorging enerzijds en kerk en pastoraat (samenlevingspastoraat) anderzijds.

Het verschil tussen Geestelijke Verzorging en samenlevingspastoraat kan als volgt worden aangegeven, zonder daarmee een ingewikkelde discussie te willen oprakelen. Geestelijke Verzorging en pastoraat richten zich beiden op levens- en zingevingsvragen, met dit verschil dat pastoraat die vragen vanuit gelovig of religieus perspectief benadert. Samenlevingspastoraat komt voort uit kerkelijke (daarmee pastorale) gemeenschap. Geestelijke Verzorging is niet gebonden aan een kerk.

Op die manier verhouden Platform Kerk & Aardbeving en Geestelijke Verzorging Aardbevingsgebied Groningen zich ook.
5
Geestelijke Verzorging Aardbevingsgebied Groningen is voortgekomen vanuit Platform Kerk & Aardbeving, en heeft bewust een interlevensbeschouwelijke benadering.

Geestelijke Verzorging staat mensen, op professionele wijze, bij in hun persoonlijke situaties en gevoelens van bijvoorbeeld verlies van veiligheid, waardigheid, toekomstperspectief en levensgeluk. Samenlevingspastoraat is vooral het ‘zijn met’ de ander. Pastoraat richt zich primair op mensen van de kerk. En daarnaast op mensen buiten de kerk.

Geestelijke Verzorging kan aanvullend zijn op het pastoraat. Geestelijke Verzorgers kunnen pastores coachen in de complexe Groninger context. De professionaliteit van de Geestelijke Verzorging en het interlevensbeschouwelijke karakter kan kerken en pastores verrijken in beeldvorming van de vraagstukken van de Groninger context. En in het luisteren naar wat er niet wordt gezegd maar wel wordt beleefd. Daarnaast kunnen pastores en Geestelijk Verzorgers mensen naar elkaar doorverwijzen.

Afrondend – door gesprekken met collega’s ontstond de vraag op welke manier de kerk van betekenis kan zijn voor de samenleving. Dankzij Jacobine kwam ik op het idee van ‘samenlevingspastoraat’.

Samenlevingspastoraat kan worden verwoord als ‘presentiepastoraat’, zoals Jacobine heeft verwoord. Ik denk dan aan de evangeliën waarin Jezus wordt gepresenteerd als aanwezig in de samenleving. Belangstellend, meelevend, mens onder de mensen.

Fred van Iersel maakt dit presentie-denken meer concreet in zijn lezing ‘Contemplatief pastoraat in de samenleving’ (Lezing voor straatpastoraat en drugspastores, 7 november 2014). Van Iersel maakt duidelijk dat samenlevingspastoraat betekent dat je veel dingen niet moet doen. Niet interveniëren. Niet het oplossen van psychische, sociale, maatschappelijke of emotionele problemen. Het gaat in samenlevingspastoraat ook niet om genezing, zoals bij therapie.

Het gaat om het er zijn voor en met de ander – Wat ook lastig kan zijn, weet ik inmiddels uit eigen ervaring. Ik heb soms ook het idee om dingen te willen zeggen of te moeten doen. Maar het ‘er zijn’ krijgt juist betekenis door aanwezig te zijn. Het meest actieve is het luisteren, het erkennen en het signaleren. Dan blijkt dat ruimte ontstaat en wordt gegeven aan de ander. Ruimte aan wie hij/zij is en zou willen zijn in eigen situatie.

JG: Als het gaat om er zijn, om present zijn als kerk, als geloofsgemeenschap wil ik dat aspect van ruimte graag benadrukken. Ruimte creëren voor verhalen, voor onuitgesproken vragen en pijn. Ruimte bieden voor ontmoeting. Wat daarin cruciaal is dat je blijft. Ik hoorde van Evert Jan Veldman die als predikant na de vuurwerkramp in Enschede te rade ging in de Bijlmer dat een Surinaamse vrouw had gezegd: zorg dat je er bent en dat je er blijft. Ik denk
6
dat dat echt heel belangrijk is, want dat maakt dat je aanspreekbaar, betrouwbaar en geloofwaardig bent. En dat is in een pastorale relatie cruciaal.

[om achter de hand te hebben – citaat van Erik Borgman: De samenleving als netwerk van zorg, de menselijke verbondenheid als teken van Gods verbondenheid: een netwerk waarin mensen elkaar in leven houden en door elkaar in leven worden gehouden, en dat daarin God zichtbaar maakt als actieve en liefdevolle betrokkenheid die alles draagt, omvat en doordringt.]

LPH: Samenlevingspastoraat begint in de context van de ander. Waar bevindt de ander zich? Hoe komt het dat de ander zich daar (nu) bevindt? En wie is de ander in zijn of haar context? Iemand die over dit ‘er zijn’ heeft geschreven is Samuel Wells. Zijn boek ‘Een Nazaretmanifest’ is in deze een aanrader …

Aan de hand van praktische cases zal worden geprobeerd duidelijk te maken hoe dit alles in de afgelopen tijd al vorm heeft gekregen, toen een hongerstaking plaatsvond in Groningen. Maar toen werd het nog geen samenlevingspastoraat genoemd …

Voordat we naar het volgende onderdeel gaan wil ik duidelijk maken wat ik zelf heb geleerd. Ik heb o.a. geleerd dat:

  1. jij als ‘vertegenwoordiger van de kerk’ bent niet nodig 2. maar, door de ontmoeting met de ander in de context van de ander 3. kan je wellicht van betekenis zijn 4. als je de situatie en de ander op juiste waarde erkent en waardeert
  2. Ik heb geleerd dat jij niet nodig bent, maar als je oprecht belangstelling toont in wie de ander is ben je welkom
  3. door de ander proberen te vinden in zijn/haar situatie en door open te staan voor hoe het met de ander gaat in zijn/haar situatie, wat zij beoogt, verlangd …
  4. zonder daar een oordeel of mening over te willen vormen
  5. en begrip probeert te tonen voor wat er gebeurt en wat dat met de ander doet dan is dat als een spiegel waardoor je mogelijk aan een vertrouwelijke relatie kan werken om de ander te ondersteunen in het verlangen naar zingeving, waardering en betekenis